In dit muzikale bewegingsverhaal nemen twee zwaarbeladen pakezels de kinderen mee op reis naar de woestijn. Eindelijk aangekomen, laden ze hun tassen af en rusten uit. Dan begint er één muziek te maken terwijl de ander allerlei lapjes en doeken tevoorschijn tovert. De vale vlakte vult zich met kleuren en klanken, met dieren en planten. De woestijn verandert in een oerwoud. In het midden staat een tent die de kinderen beschermt en waarin tal van vlinders en vogels vliegen. Buiten de tent dwalen de volwassenen in de jungle als wilde dieren…